until 18.12.2010
Een typologie van vergankelijkheid
tekst door Ann Geeraerts
Katleen Vinck studeerde architectuur en volgde daarnaast de opleidingen theatervormgeving, schilderen en videokunst. Haar werk situeert zich dan ook op de doorsnede van het theatrale en
het beeldende. Ze creëert zowel decorontwerpen (o.a. voor HETPALEIS, Union Suspecte en Z.T. Hollandia) als autonome installaties, fotoreeksen en video.
Vinck verweeft architecturale, landschappelijke en theatrale elementen tot een gestileerd oeuvre waarbinnen de wisselwerking tussen het natuurlijke en het artificiële centraal staat. In vele werken creëert zij een hedendaagse versie van het landschap, dat steevast als een artificiële constructie wordt geprofileerd. Daarvoor hanteert Vinck stukjes pseudo-natuur als kunstmatige grotten en grafheuvels die ze in een gemanipuleerde setting plaatst.
Een voorbeeld hiervan is de fotoreeks Untitled die op de tentoonstelling Cellophane II (Antwerpen, 2005-2006) werd getoond. Elke foto toont een felgroene tumulus tegen een helderblauwe hemel met witte wolkjes. Niet enkel de heuvel an sich is man-made maar ook het hele beeld is digitaal gemanipuleerd, waardoor de grasgroene heuvels een bovennatuurlijke en zelfs griezelige perfectie krijgen. Een vergelijkbare strategie wordt toegepast in de reeks lichtbakken met Lourdes-grotten die door Vinck getransformeerd worden tot een soort oerarchitectuur met dezelfde typologie (2005-2007).
Het is opmerkelijk dat de kunstenares steevast kiest voor voorbeelden van ‘natuurlijke architectuur’ als pars pro toto voor de representatie van de natuur. Zowel de tumuli als de grotten zijn door mensenhanden vervaardigd en kunnen worden gezien als een ‘simulatie’ van het natuurlijke.
In dergelijke werken drijft de kunstenares de dualiteit natuur – cultuur tot het uiterste en tracht ze een treffende uitdrukking te geven aan de ambiguïteit van het begrip natuur in onze hedendaagse, verstedelijkte samenleving.
In een volgebouwd Vlaanderen, waar de grenzen tussen centrum en periferie, stad en platteland en tussen natuur en cultuur steeds meer vervagen is natuur steeds meer iets dat wij zelf ‘vormgeven’. De ongerepte natuur is een illusie geworden, een kunstmatige ervaring.
Vinck construeert haar oeuvre als een theaterdecor: ze stapelt betekenislagen als coulissen achter elkaar. Motieven als grotto’s en grafheuvels verbergen dan ook meer dan een evocatie van artificiële natuurlijkheid. In de fotoreeksen ligt de nadruk niet op het representeren van een specifiek bestaand landschapmaar wel op het categoriseren van wat de kunstenares zelf als “verloren architectuur” benoemt. Vinck heeft immers ook een grote fascinatie voor architecturale vormen (maar ook objecten, meubels of landschappelijke elementen) die in de loop der tijd hun functie hebben verloren en zo verworden tot tijdloze of ‘verloren’ objecten.
De fotoserie met bunkers waar Vinck sinds 2006 aan werkt kadert binnen deze filosofie. De reeks toont bunkers die door een andere architectuur zijn overwoekerd en gecamoufleerd. De bunkers zijn enkel nog verdoken aanwezig in het landschap, als een residu van vervlogen tijden, een nostalgisch bolwerk van vergetelheid.
De kunstenares hanteert de verschillende motieven in haar werk vanuit eenzelfde strategie. Ze classificeert specifieke vormen als grafheuvels, grotto’s en bunkers en verzamelt ze in open fotoreeksen, die ze steeds verder aanvult en uitbreidt als haar eigen typologie van vergankelijkheid.
Ook in haar ruimtelijk werk hanteert Vinck vaak dezelfde leidmotieven. De invloed van de scenografie is hier onmiskenbaar: vele installaties lijken ontwerpen voor bevreemdende theaterdecors of roepen de sfeer op van een theaterbühne na de opvoering, doordrongen van desolaatheid en leegte. Katleen Vinck creëert met haar fotoreeksen, installaties en video’s een bordkartonnen schijnwereld die ons doet nadenken over het zichtbare en zijn verborgen betekenissen.
No comments:
Post a Comment